De dagen van de grote voorjaarsschoonmaak liggen bij de meeste mensen alweer achter zich. Veel mensen hebben de coronapauze aangegrepen om schoon schip te maken. Zelf heb ik de druilerige tweede pinksterdag maar eens goed gebruikt om samen met mijn vrouw ons huis grondig op te ruimen. Ongelooflijk wat een spullen er tevoorschijn komen. Spullen waarvan we het bestaan niet eens meer wisten. Spelletjes, sommige nog in de folie, ongesorteerde lego, vier zakken met kleding en schoenen, met uitzondering van de sportkleding nauwelijks gedragen, een set in onbruik geraakte mountainbikewielen, nog in uitstekende conditie en daarnaast nog een kofferbaklading vol ander spul van elektronica tot echte troep. Verbazingwekkend die hoeveelheid. En dan zijn mijn vrouw en ik totaal niet materialistisch ingesteld vinden we van onszelf.
Deze ervaring zal herkenbaar zijn voor heel veel mensen. We komen om in de niet gebruikte spullen. Onze huizen, schuren en zolders liggen er vol mee. Zelfs als we zelf denken dat het wel meevalt. Als we na gaan denken hoe we van deze spullen af gaan komen, dan komen we automatisch bij de grote vraag die mij en mijn vrouw de hele tweede pinksterdag bezighield en waar dit over gaat; wat te doen met de spullen die we niet meer nodig hebben?
Aangezien ik werk voor de Branchevereniging Kringloopbedrijven ligt een deel van het antwoord voor de hand. Maar hoewel de kringloopbedrijven ongeveer de helft van de spullen die ze innemen weten te verkopen, is dat niet de enige oplossing. De milieustraat is wat ons betreft de slechtste optie, want die associëren we, mogelijk een beetje onterecht, met storten en verbrandingsovens. En het verbranden van onze spullen is het laatste wat we willen. Al snel wordt de telefoon gepakt om de buren, neefjes en nichtjes te bellen. Of er toevallig nog speelgoed tussen zit dat zij graag willen hebben. Het resultaat is teleurstellend. Alleen die paar uitbreidingssets van de Kolonisten van Catan maken we ons neefje blij mee. De zware eikenhouten kast zetten we maar op Marktplaats. Die is toch te groot voor de kofferbak, dus hopelijk dat iemand die snel op kan komen halen, desnoods gratis.
De rode draad bij alle keuzes die we bij het afdanken van spullen moeten maken is dat een goed gevoel en gemak in ons hoofd om voorrang vechten. We willen én dat onze spullen zo lang mogelijk meegaan, want dat is goed voor het milieu en we hopen er anderen plezier mee te doen. Maar we willen tegelijkertijd ook NU van onze spullen af en er weinig moeite voor doen.
Terwijl ik dit schrijf rijdt mijn vrouw met de volgeladen auto naar de kringloop én daarna naar de milieustraat die een paar kilometer verderop ligt. Ik ben benieuwd naar haar ervaring. Wij hebben goed nagedacht over in welke volgorde de auto in te laden. Maar doen andere mensen dat ook? Hoe mooi zou het zijn als er in onze woonplaats Arnhem één plek zou zijn voor alles dat we niet meer nodig hebben en waar men er tegelijkertijd alles aan doet om al onze spullen en materialen een tweede kans te geven. Met andere woorden, een plek waar wij met een goed gevoel de hele inhoud van onze kofferbak kunnen achterlaten en waar goed gekeken wordt wat er nog wél mogelijk is met onze spullen.
Nou! Dan is er nieuws. Want die plekken komen er steeds meer. Misschien nog niet direct in Arnhem, maar in 2030 moet er in Nederland een landelijk dekkend netwerk zijn van circulaire ambachtscentra. Ok, de naam klinkt misschien iets ingewikkelder dan simpelweg ‘de stort’, maar die circulaire ambachtscentra zijn wel precies datgene waar het in mijn woonplaats nog aan ontbreekt.
Inzet:
Een circulair ambachtscentrum is volgens de overheid een plek waar producthergebruik en reparatie hoog in het vaandel staat! Onnodig weggooien van grondstoffen en materialen wordt voorkomen door bijvoorbeeld een kringloopwinkel, een reparatiewerkplaats, de milieustraat en een onderwijsinstelling met elkaar te verbinden. https://youtu.be/AZyommgWmOI
Aha. De circulaire ambachtscentra gaan er voor zorgen dat er zo min mogelijk bruikbare spullen worden weggegooid of vernietigd en dat bruikbare grondstoffen zoveel mogelijk worden teruggewonnen?! En dat het liefst allemaal op één plek. Dat zou in één klap een hoop dilemma’s oplossen. Op één plek met een goed gevoel van al onze zorgen af.
Binnen mijn werkzaamheden voor de Branchevereniging Kringloopbedrijven Nederland (BKN) hou ik me gelukkig bezig met de ontwikkeling van circulaire ambachtscentra. Inmiddels zijn er op steeds meer plekken circulaire ambachtscentra ontstaan. Mijn schatting is dat er inmiddels een kleine honderd gemeenten bezig zijn met plannen maken. Zoals in Meijerijstad, waar men tijdens een proefdag geen twee volle containers restafval overhield, maar slechts een halve.
Tegelijkertijd heb ik ook ontdekt dat de voor mij logische gedachte van het combineren van kringloop en milieustraat in de praktijk niet altijd even gemakkelijk te organiseren is. In de afgelopen jaren ben ik erachter gekomen dat de gemeentelijke afval- en recyclingwereld en de kringloopwereld die zich bezighoudt met hergebruik, historisch gezien eigenlijk twee totaal verschillende werelden zijn. Pas in de afgelopen paar jaar zien we hier langzaam verandering in komen. Steeds meer begint het besef door te dringen dat hoe langer we spullen en materialen in omloop houden, hoe minder afval gemeenten überhaupt te verwerken krijgen. Uiteindelijk is dat toch de basisgedachte van de circulaire economie.
In 2020 heeft BKN samen met de NVRD zo’n 75 gemeenten en kringloopbedrijven bevraagd op hun doelstellingen en onderlinge samenwerking. De uitkomst was, niet geheel verrassend, dat gemeenten en kringloopbedrijven streven naar zo min mogelijk afval (gemeenten) en zoveel mogelijk hergebruik (kringloopbedrijven). Aangezien meer hergebruik en levensduurverlening automatisch leidt tot minder afval zou je verwachten dat er tussen gemeenten en kringloopbedrijven al intensief wordt samengewerkt. Dat viel toch wat tegen. Hoewel in sommige gevallen al nauwe samenwerking bestaat tussen beide werelden, zagen we dat op veel plekken samenwerking nog in kinderschoenen staat of in zijn geheel nog niet bestaat. Niet omdat de wil om samen te werken er niet is, maar vaak vanwege praktische obstakels en vooral ook onbekendheid met de andere partij.
Om die reden hebben BKN en NVRD afgelopen jaar de handschoen opgepakt en hebben gezamenlijk een ‘Handreiking samenwerking gemeenten en kringloopbedrijven’ opgesteld. Die handreiking willen we de komende tijd met zoveel mogelijk gemeenten en kringloopbedrijven delen. Tijdens de Week zonder Afval vertellen Daan Middelkamp (NVRD) en ik meer over de Handreiking en hopen we een brug te slaan tussen gemeenten en kringloopbedrijven en te bereiken dat gemeenten en kringloopbedrijven elkaar gaan zien als natuurlijke samenwerkingspartners en elkaar makkelijker gaan vinden.
Tot slot nog even terug naar de kofferbak vol vergeten en in onbruik geraakte spullen. Mijn vrouw stapt net weer ons opgeruimde huis binnen na twee uur te zijn weggeweest. Gelukkig hadden we de auto zo ingeladen dat bij de eerste stop, de kringloop, de bruikbare spullen er gelijk uitgehaald konden worden. Waar ik vooraf had ingeschat dat de kringloop veel zou weigeren, hebben ze uiteindelijk meer aangenomen dan ik verwachtte. De kringloop was blij met de spellen, het speelgoed, de wielen en de kleding en verzekerde mij dat alles wat niet verkocht werd netjes via de gemeente werd gerecycled en afgevoerd. Dat klinkt goed en smaakt naar meer! Maar voorlopig kopen wij toch even geen nieuwe spullen meer.
Over de auteur
Ronald van den Heerik is projectcoördinator circulaire economie voor BKN.
Dit artikel is mede tot stand gekomen met medewerking van Daan Middelkamp. Daan Middelkamp is beleidsmedewerker voor de NVRD. Zowel Ronald als Daan zijn betrokken bij het Rijkswaterstaatproject Circulaire Ambachtscentra